
Ninke Happel studeerde architectuur aan de TU Delft en volgde een minor architectuurpsychologie en kunstkritiek aan de KU leuven. In 2007 startte ze samen met Floris Cornelisse en Paul Verhoeven het architectencollectief Happel Cornelisse Verhoeven (HCVA). Het bureau werkt aan een breed portfolio van publieke gebouwen, herbestemmingen, woongebouwen en openbare interieurs in Nederland en België.
Het werk van HCVA wordt gekenmerkt door een precieze interpretatie van herkenbare typologieën en een voorliefde voor een intens materiaalgebruik waarbij de tactiele eigenschappen van materialen een belangrijke rol spelen in de beleving van de ruimte. Ontwerpbeslissingen, materiaalkeuzes en detailleringen worden ingegeven door de overtuiging dat solide geconstrueerde gebouwen veranderende behoeftes kunnen opnemen, zodat ze dankzij hun bruikbaarheid en duurzaamheid hun relevantie behouden.
In de afgelopen jaren werkte HCVA o.a. aan de spraakmakende restauratie- en transformatieprocessen van Museum de Lakenhal, De tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer en Raad van State, restauratie en inbreiding van Stadhuis Groningen én de restauratie en transformatie van baksteenmodernistisch woongebouw De Fierens. Momenteel werkt het bureau aan de verbouwing van de Algemene Rekenkamer van Aldo en Hannie van Ecyk en Museum Mayer van Den Bergh, een collectiemuseum uit 1904.
Happel Cornelisse Verhoeven neemt actief deel aan het architectuur-debat, doceert aan verschillende opleidingen en geeft lezingen en gastkritieken in binnen- en buitenland. Vanuit de fascinatie voor alternatieve ontwikkel- en financieringsmodellen voor woningbouwontwikkeling is zij tevens initiatiefnemer van Het Rotterdams Woongenootschap, een coöperatieve vereniging die woonprojecten wil initiëren, bouwen en onderhouden voor haar leden.